Damien, Leïla en hun zoontje lijken een mooi leven te leiden. De liefde in het gezin is tastbaar, ze wonen idyllisch en de schilderijen van Damien verzekeren een comfortabel bestaan. Er hangt wel een donkere schaduw boven hun geluk: Damien lijdt aan een bipolaire stoornis. Periodes van euforische onrust wisselen af met fasen van diepe neerslachtigheid. Doordat hij pertinent elke hulp weigert, zet hij zijn gezin onder zware druk.